woensdag, november 16, 2005

naast de straat

Vaak staat hij daar. Altijd vriendelijk. Soms slaapt hij staand. Krantjes verkoopt hij en ruilt het geld om voor bier. De kassameisjes kennen hem wel. huismerk geluk de verlepte man aan de poort van de AH vecht al jaren tegen het vocht met ogen half dicht van roes drie krantjes onzin onder zijn oksel walmend van brandstofdamp wenst hij mij goede avond “ik ben” zegt de verkoper van periodieken “een rijk mens in contact met alle sterren van de hemel en alle zielen uit de stad” de verlepte man aan de poort staat uren lang stil en één voor één trekken ze aan hem voorbij de jachtige yup met auto de gelukkige puber met zijn lief de mevrouw met het vervelende hondje de bouwvakker met een pak melk de verkoopster die weer te laat komt en de grompot in zijn rolstoel Willem beziet ze van afstand en neemt in zijn hoek nog een laatste halve liter gouden huismerk geluk